Nachtwandeling

Bruisend van de energie loop ik door de velden. Net op het moment dat ik me bedenk dat het wel erg vlot gaat voor zolang niet gelopen te hebben, schiet er een pijnscheut door mijn knie. Ik stop met lopen, wandel een eindje en probeer me dan opnieuw in gang te trekken. De pijn vlamt door die knie. Einde looptocht. Begin van een rustige wandeling. Natuurlijk probeer ik onderweg nog om te lopen – je kent me goed  🙂 – het doet echter veel te veel pijn. Eens de frustratie is weggezakt – het is nu eenmaal zo – kan ik ten volle genieten van de rust, en adem ik de zomerse avond met diepe teugen in.

Schitterend konijn

Twee konijntjes zitten op de weg, leunend op hun achterste pootjes kijken ze naar de hemel die oranjerood kleurt. Ze gaan zo op in het schouwspel dat ze me pas opmerken als ik een tiental meter bij hen vandaan ben. Gehaast verstoppen ze zich in de kant. Ik wandel verder, benieuwd of ik hun schuilplaats kan vinden.

“Wat sta jij daar nou zo te gieren van het lachen?”, vraagt één van de konijntjes me.
“Nou, ik dacht dat als ik jullie volgde, ik misschien de weg naar wonderland zou vinden. En hier sta ik dan te kijken naar een grote… mesthoop! En weet je, dat is misschien nog wel het mooiste van al, misschien zit daarin wel het echte wonder verscholen…”
“Een wonder in een mesthoop? Die is knettergek.”, zegt het ene konijn tegen het andere. “Ik ben hier weg!” Het andere konijn kijkt me met grote, nieuwsgierige ogen aan. “ Hoe bedoel je, euhm, hoe heet je eigenlijk?”
“Zeg maar Vie, konijntje.”
“Dag Vie, ik ben konijn.”, lacht hij.
Ik dacht al dat hij me bekend voorkwam…
“Nou, wat bedoel je met die mesthoop, Vie?”
“Ken je het verhaal van de lotusbloem?”
Hij schudt z’n kopje: “Wat is een lotusbloem?”
Ik toon hem een foto op mijn smartphone, en vertel hem dat de lotusbloem in de modder groeit. En toch is er nooit een spoortje modder op de bloem zelf of aan de bladeren te bespeuren. Dit noemt men ook wel het lotuseffect: vanuit een modderige ondergrond groeit de lotusbloem rein en zuiver op.
“Wat je eigenlijk wil zeggen is dat je diep in de stront – of in het mest kan zitten – maar desondanks toch kan schitteren als een ster aan een donkere hemel?”
“Euhm, ja, al zou ik het zelf nooit zo formuleren, mijnheer konijn.”
“Mijnheer konijn? Heb jij wel goed geluisterd?”
“Weet je, om de ene of de andere reden ga ik er van uit dat als ik een konijn zie huppelen dat het een mannetje is. Ik heb er nooit bij stilgestaan… Hoe weet ik nou..?”
“Je moet gewoon goed luisteren, Vie.”
“Luisteren?”
“Ja, luisteren. Een mannetje heet niet voor niets een ‘rammelaar’.”
Ik bedank het konijn voor deze les, en stap verder. Het is ondertussen al aan het schemeren en ik ben toch wel wat bang om in mijn uppie door een donker veld te wandelen.

Nachtverhaal, voorgedragen door konijn

“Toe, blijf nog even. Mijn taalgebruik daarnet was misschien niet zo mooi. Maar ik vind het wel fijn dat je hier bent. De voorbije weken kwamen er hier af en toe, midden in de nacht, een paar mensen wandelen. Zij praatten veel met elkaar, ik vond het zo leuk om naar hun verhalen te luisteren.”

Grote mensen die midden in de nacht naar het veld trekken om te wandelen en elkaar verhàlen te vertellen. Juist ja, dat is precies wat grote mensen doen in een veld midden in de nacht…

Konijn merkt de bedenkelijke blik op mijn gezicht op: “Heus! Ze praatten gewoon. Over niets, en tegelijk over alles. Het klonk oprecht mooi. Kan je je daar iets bij voorstellen?”
Terwijl ik daar even over nadenk, zie ik een droeve blik over het konijnensnuitje trekken. ‘’ Het is al even geleden dat ze hier voorbij wandelden. Ik vraag me af hoe dat verhaal nou verder gaat.”
“Ze komen heus nog wel een keertje langs, en dan kan je verder luisteren.”
“Stel nou dat ze dat niet doen? Wat dan?”
“ Dan maak je er toch gewoon je eigen verhaal van? Laat je fantasie de vrije loop, en schrijf het dan op.”
“Ik ben een konijn, Vie, ik kan niet schrijven…”
Juist ja… “Weet je, vertel het me maar, en dan schrijf ik het voor je op, goed?”
“Zullen we daar op die baal stro gaan zitten, in plaats van hier naast die mesthoop te blijven staan?”
Zonder mijn antwoord af te wachten,huppelt konijn richting stro – wat hoor ik toch? – en begint uitbundig  te vertellen. Het is ongelooflijk hoeveel fantasie er in dat konijnenkopje verborgen zit. Zijn ogen flikkeren op als hij praat, verlichten de donkere nacht, lyrisch, opgewonden, droevig, gelukzalig blij. Als gehypnotiseerd luister ik naar zijn verhaal, hij neemt me er helemaal in mee, het voelt alsof ik zelf één van die wandelaars ben.
“Ben je er nog?”, vraagt konijn, terwijl hij behoedzaam met zijn pootje door mijn haren streelt.
“Wauw, denk ik! Dat was… Ik weet echt niet hoe ik dàt allemaal voor je ga opschrijven, konijn.”
“En dan zat ik nog niet eens aan het leukste, mooiste of spannendste deel, dat moet nog komen. Maar weet je, schrijf jij anders het vervolg. Als er iemand dat kan, dan ben jij het. Ik weet het zeker.”
“Ga jij het verhaal dan lezen?”
“ Ik ben een konijn, Vie, ik kan niet lezen…”, lacht hij en huppelt zonder nog een woord te zeggen weg.

In de stilte van de nacht hoor ik dat ene geluid opnieuw weerklinken.
“Konijn! Ik wist het wel!”, roep ik hem achterna. ”Jij bent toch een echte.. rammelaar!”

Het mooiste

Hij heeft gelijk. Het mooiste moet nog komen. En ik heb het in me om dat verhaal zelf  vorm en kleur, leven,  te geven. Nooit geweten dat konijnen zo overtuigend konden praten…

Categories: Hors Catégorie

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *