Ik zie een paar laarsjes in de winkel staan. Ik ben op slag verliefd. Ze zijn precies wat ik zocht. Zonder dat ik eigenlijk op zoek was. Ik kan ze gewoon niet weerstaan. Ik neem ze mee naar huis. Ik koester ze, streel en bescherm ze met een zacht laagje leervet. De ochtend nadien. Merk ik dat de hakken een vreselijk irritant geluid maken. De dag tevoren – op het tapijt in de winkel – was me dat niet opgevallen. Ik ben nog steeds verliefd. Ik denk dat het best wel mee zal vallen. Ik hou de laarsjes aan. De hele dag voel ik me een beetje ongemakkelijk telkens ik een stap zet. Maar ik ben nog steeds verliefd. Ik neem me voor om naar de schoenmaker te gaan. De dag nadien. Of misschien de dag daarna. Of die daarna. Ik vergeet het telkens weer. De laarsjes vergeten lukt me daarentegen niet. Na weken in de kast haal ik ze er terug uit. Ik ben nog steeds verliefd. Ik kijk op de klok. Het is te laat om naar de schoenmaker te gaan. Die is al lang gesloten. Maar ik wil vanavond zo graag samen naar dat feestje gaan. Ik grijns en ren naar buiten. Een paar weken geleden had ik een klapband met de fiets. De buurman plaatste een nieuwe band. De oude heb ik ondertussen nog niet weggegooid. Ik ben blij dat ik soms een beetje vergeetachtig ben. Nu heb ik laarsjes met een fietsbandzooltje onder de hak. Helemaal uniek. Mijn laarsjes. We gaan samen naar het feestje. De muziek lokt me naar de dansvloer. We dansen. Wat klinken mijn laarsjes mooi. We dansen. Met elke pas die we zetten besef ik dat dit geen gewone verliefdheid meer is. Mijn voeten vertellen het me. Ik voel het. Dit is liefde.
Categories: Hors Catégorie
Zus toch! Waar blijf je het halen! Geweldig! Maar je weet, als je bij ons komt… laarsjes uit !
… en springen! 😉
Wat mooi geschreven, Vicky!!!
Dank je, Annelies! ❤️